In een recent verschenen artikel van bewegingsdeskundige Bas Van Hooren, wordt uitgebreid ingegaan op de betrouwbaarheid van hartslagmeting met behulp van licht.

Sinds de invoering van de eerste moderne draadloze hartslagmeter (Polar, 1983) is het de borstband die lopers heeft geholpen aan een heel adequate waarde van de actuele hartslag.

Sinds een paar jaar wordt ook licht op diverse wijzen toegepast en daarover schreef Van Hooren, afgestudeerd aan de Fontys Sporthogeschool en momenteel bezig aan een master bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Maastricht, een overzichtsartikel in het vakblad Sportgericht.

Lichtsignaal

Green, Yellow, Colorfulness, Tints and shades, Parallel, Plastic, Paint, pinterest
FOTO: SPORTGERICHT

Met behulp van de techniek fotoplethysmografie (PPG) is tegenwoordig optische hartslagmeting mogelijk. Daarbij wordt een lichtsignaal je lichaam ingestuurd, waarna met behulp van een lichtsensor de weerkaatsing van het licht wordt gemeten. De mate van reflectie zegt onder meer iets over het bloedvolume in de huidvaatjes. Per hartslag varieert dat volume, zodat er een betrouwbare meting van de hartfrequentie kan plaatsvinden.

Van Hooren heeft zoveel mogelijk goede, relevante onderzoeken op dit gebied bekeken en concludeert dat de hartslagmeting met behulp van licht alleen betrouwbaar is in rust of bij een lage intensiteit van de inspanning (minder dan ongeveer 7 km/u). Ga je intensiever sporten dan worden de metingen al snel onbetrouwbaar en wijken de hartslagen met meer dan vijf slagen naar boven of onderen af.

Omdat de technologische ontwikkelingen momenteel zo snel gaan, verwacht Van Hooren wel dat betrouwbare metingen snel in zicht komen.

Bron: Sportgericht, 2/2016