Japans onderzoek legt twaalf bewegingstrackers naast de ‘gouden standaard’ in caloriemetingen.

Er was een tijd dat we ons afvroegen hoe betrouwbaar de energiemeter op cardioapparaten als loopbanden en crosstrainers is. (Het antwoord: niet erg.) Nu hebben we meer geavanceerde, draagbare apparaten die elke beweging die we maken registreren. Maar de vraag is nog steeds hetzelfde: in hoeverre kunnen we vertrouwen op de cijfers?

Twaalf apparaten Onderzoekers van het National Institute of Health and Nutrition Japan deden onlangs een indrukwekkend gedetailleerde studie naar twaalf verschillende draagbare apparaten, waaronder de Fitbit Flex, Jawbone UP24, Misfit Shine, Garmin Vivofit en de Withings Pulse O2. Ze vergeleken die met twee algemeen aanvaarde methoden voor het schatten van calorieverbranding. De resultaten, gepubliceerd in het meinummer van JAMA Interne Geneeskunde, bieden een aantal interessante inzichten.

Hilarisch Opvallend aspect van dit experiment is dat de negentien vrijwilligers tijdens het onderzoek alle twaalf apparaten tegelijk droegen. Het zag er vrij hilarisch uit: iedereen droeg zes polsbanden, vier apparaten om de taille en twee in de broekzak.

In het eerste deel van het onderzoek moesten de proefpersonen 24 uur doorbrengen in een speciale onderzoeksruimte. Daar volgden ze een standaardprotocol met onder andere drie maaltijden, bureauwerk, TV kijken, huishoudelijk werk, wandelen op de loopband en slapen. De temperatuur van de kamer en de luchtsamenstelling werden zorgvuldig bewaakt. Ondertussen werd het calorieverbruik gemeten.

Afwijking Er werd vastgesteld dat de proefpersonen gedurende dat etmaal gemiddeld 2093 kilocalorieën verbrandden. In de afbeelding is weergegeven hoeveel de registratie van de draagbare calorieëntellers daarvan afweek. In de rechterkolom vind je de afwijking in kilocalorieën per dag ten opzichte van de 'gouden standaard':

Text, Line, Colorfulness, Font, Slope, Parallel, Circle, Number, Rectangle, Symmetry, pinterest
FOTO: JAMA INTERNE GENEESKUNDE

Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de apparaten. De Jawbone en de Garmin bijvoorbeeld onderschatten de calorieverbranding met gemiddeld een paar honderd kilocalorieën, terwijl de Fitbit en Misfit het verbruik juist overschatten.

Veldtest Het tweede deel van het experiment bestond uit een veldtest. De proefpersonen dronken vooraf zogenoemd ‘dubbel gelabeld water’. Dat water bevatte zeldzame isotopen van zowel waterstof als water. De isotopen verlaten uiteindelijk in de urine het lichaam. Na een analyse van de urinemonsters kan zo, met complexe algoritmes, de waarde van de calorieverbranding nauwkeurig worden bepaald.

Nadat de proefpersonen de isotopen hadden ingenomen, leidden ze de volgende vijftien dagen hun normale leventje. Ze droegen nog steeds alle twaalf apparaten en verzamelden hun urine voor latere analyse. Ze mochten de apparaten alleen afdoen bij het baden en andere activiteiten waarbij het dragen van de apparaten erg lastig zou zijn. En als de batterij opgeladen moest worden.

Na de analyse van de urinemonsters werd geconcludeerd dat de proefpersonen in die periode gemiddeld per dag 2314 kilocalorieën verbruikten. In de grafiek staan de waarden die de twaalf apparaten weergaven, in dezelfde volgorde als in de vorige grafiek:

Text, White, Line, Black, Parallel, pinterest
FOTO: JAMA INTERNE GENEESKUNDE

Over het geheel genomen lijken de apparaten deze keer het verbranden van calorieën te onderschatten, maar dat is niet verwonderlijk, want in een periode van vijftien dagen is het veel waarschijnlijker dat er metingen ‘verloren’ zijn gegaan, doordat de apparaten buiten gebruik waren in verband met het opladen, slapen en andere ‘speciale activiteiten’. Ook bij dit experiment produceerden de Jawbone en Garmin lagere waarden dan de Fitbit en Misfit.

Betrouwbaar? De conclusie van het Japanse onderzoek is dat de bevindingen suggereren dat de meeste draagbare apparaten geen betrouwbare waarde geven van de totale hoeveelheid verbruikte energie. Dat is zeker het geval vanuit het perspectief van de onderzoekers, die het werkelijke aantal verbrandde calorieën willen weten.

Voor gebruik in de praktijk, waarbij het er vooral om gaat of je in vergelijking met de vorige dag meer of minder calorieën hebt verbrand, zijn de resultaten echter zo slecht nog niet.

De gemiddelde meetwaarden van de apparaten lagen immers vrij dicht bij elkaar. Statistische analyse toonde bovendien aan dat het grootste deel van de apparaten de individuele deelnemers correct rangschikten (als dubbel gelabeld water aantoonde dat je de op twee na hoogste calorieverbrander van de deelnemers was, dan bleek dat ook uit de metingen van de meeste draagbare apparaten).

Dat is waarschijnlijk goed genoeg om er je eigen verbruik mee te kunnen bijhouden.

Tekst: Alex Hutchinson