Roger Robinson liep in 1990 de Marathon van Berlijn toen die voor het eerst onder de Brandenburger Tor door ging. Een paar maanden ervoor was de Berlijnse muur gevallen. Hij beschrijft die gedenkwaardige dag in zijn veelgeprezen boek ‘When Running Made History’. We hebben er enkele fragmenten uitgelicht.

'We naderden de Brandenburger Tor tot op drie kilometer (volgens het parkoers van dat jaar) en schuifelden in een uitbundige menigte langzaam over de avenue door het Tiergarten Park. Het was een krachtig moment. Ik dacht aan de andere feestoptochten die eerder langs deze brede rechte weg naar de ceremoniële boog waren gegaan. Napoleon marcheerde er na zijn verovering, en evenzo de Pruisen in 1870. De keizerlijke Duitse legers vertrokken vanaf de Tor naar de oorlog in 1914. In de jaren dertig bedreigden de tanks en hakenkruizen van de Wehrmacht de wereld en in 1945 paradeerden de geallieerde legers op deze plek, als symbool voor de nederlaag van Nazi-Duitsland.

Deze keer geen rijen soldaten in ganzenpas of waggelende tanks. Nu trekt een vrolijke, bonte menigte van marathonlopers voorbij - bezweet, sjofel en opgewekt zoals hardlopers vroeg in de race altijd zijn. In plaats van uniformen droegen we shirts met strepen of bloemen, in de club- of liefdadigheidskleuren van de gehele wereld. Ieder droeg op deze mistige ochtend een eigen mix van kledingstukken; baseball caps of wollige mutsen, gescheurde truien of plastic vuilniszakken en gooide die weg zodra het weer warmer werd. In plaats van wapens en vaste bajonetten, droegen we reserve-wc-papier, dat niet hoog zal scoren op de lijst met gevaarlijke wapens. In plaats van militaire marsmuziek liepen we langs Beethoven, rock, jazz of opdringerige Duitse folk-tunes, ons vanaf de stoepranden toe geblazen door bands en gettoblasters.

Terwijl we onder de bogen van de Brandenburger Tor door liepen, klapten en juichten we, tilden onze magere armen zegevierend omhoog. We omhelsden elkaar, bleven even staan om de hand op het steen van de zuilen te drukken en zo het geluk op te roepen, huilden ongeremd, namen foto's, poseerden voor foto’s, maakten een onhandig rondje om nogmaals door de Poort te gaan, schudden handen, haakten onze armen in elkaar, en riepen ‘Guten Tag’ tegen ontelbare Japanners en Italianen. Nooit eerder ben ik zo vaak gekust door zo veel doorweekte buitenlanders.

Eindelijk werden we, tegen onze zin, naar voren geduwd en schuifelende de massa langzaam weg van de Tor om de weg te vervolgen over ‘Unter den Linden’, de imposante en schaduwrijke laan.

Crowd, Running, Marathon, Recreation, Long-distance running, Individual sports, Snapshot, Exercise, Fun, Sports, pinterest
FOTO: GETTY/SIMON BRUTY
DEELNEMERS PASSEREN DE BRANDENBURGER TOR TIJDENS DE MARATHON VAN BERLIJN VAN 1990.

Om die opstopping bij Berlijns beroemdste Poort te voorkomen, riepen de organisatoren de deelnemers op om eromheen te lopen, in plaats van eronderdoor. Het was tevergeefs, niemand gaf er gehoor aan. In deze marathon waren de lopers met belangrijker dingen bezig dan het neerzetten van een snelle tijd.

Voor mij persoonlijk was het belangrijkste dat ik erbij kon zijn. Ik was geblesseerd en wist dat ik niet snel zou kunnen lopen. Ik was er om de schaduw die Berlijn over mijn leven had geworpen, van me af te schudden. Hardlopen maakt dat soort dingen mogelijk. Mijn eerste herinneringen uit mijn jeugd - ik woonde in Londen - zijn van Duitse bommenwerpers en de huizen van onze buren die in de nacht zijn vernietigd. Later had ik vakanties in en hardloopuitstapjes naar Duitsland, om mijn middelbare-school Duits te oefenen. Ik maakte daar vrienden.

Mijn vrouw Kathrine had eveneens gemengde herinneringen aan die tijd. Zij werd kort na de oorlog geboren in Duitsland; een dochter in een naoorlogs Amerikaans legergezin. Ze werd verzorgd door haar geliefde kinderjuf, Anni. Anni was een van de vele Duitsers die het in die tijd zwaar hadden, maar die dankzij Kathrine’s moeder een thuis vond en werk kreeg. Toen de familie terug naar Amerika werd gehaald, keerde Anni terug naar de Russische zone van Berlijn. Wat mijn vrouw restte was een dierbare herinnering. Enkele jaren na de marathon van 1990 vonden we Anni terug. Vijftig jaar lang vroegen we ons af hoe het met haar zou zijn. We zagen haar daarna nog vele malen, voordat ze op 92-jarige leeftijd stierf. We bezoeken haar man en familie nog steeds.

De bitterste Duitse ervaring had Kathrine toen ze, als beginnend journaliste, in 1972 op de Olympische Spelen in München was ten tijde van de terroristische aanslag op het Israëlische team.

Zelf had ik mijn donkerste ervaring in 1977, voorafgaand aan de Wereldkampioenschappen crosscountry in Duitsland. Ik bracht met Duitse vrienden een bezoek aan de hoge, zwaar bewaakte muur die Duitsland in tweeën spleet. Niemand houdt ervan als ze op hun route worden tegengehouden, en hardlopers al helemaal niet. Daarom betekende het voor mij veel dat de marathon van Berlijn zichzelf in 1990 de ‘Run Free Marathon’ en ‘The Run of Unity’ (‘Das Lauf der Einheit’) noemde. Toen ik dat hoorde wist ik het: ik moest en zou deel uitmaken van die viering.

Voor het zover was waren er nog twee ingrijpende gebeurtenissen. Tijdens de reis ontdekten we dat alle hotels in Weimar vol zaten en brachten we een nacht door in een accommodatie in Buchenwald, een van de gruwelijkste concentratiekampen van de nazi's. Onze ochtendrun daar was als een horrortoer. De tweede indrukwekkende ervaring beleefden we tijdens de ‘World Breakfast Run’, de dag voor de marathon. Deze voerde naar het grote Olympisch stadion uit 1936, waar we een vredig eerbetoon wilden brengen aan een goede vriend, New Yorks sportverslaggever Marty Glickman,.

In 1936 was Marty een van de twee Amerikaanse sprinters die op het laatste moment uit de 4 x 100 m estafetteploeg van de VS werden gedumpt, omdat ze Joods waren. Ter ere daarvan jogden we bedroeft, maar met de rug recht, naar de plaats waar Marty een Olympiër had moeten worden.

Deze, en nog veel meer herinneringen, maakten dat de marathon van Berlijn in 1990 een race was die geschiedenis schreef. Zowel de 26.000 deelnemers als de meer dan een miljoen toeschouwers beschouwden deze race als een symbool van eenheid en vrijheid – lees: bewegingsvrijheid. De gehate Muur lag in puin en de Duitse hereniging vond slechts drie dagen daarna plaats. Het marathonparcours voerde voor het eerst onder de Brandenburger Tor door. En maakte vervolgens een grote lus door wat toen nog steeds officieel Oost-Berlijn heette, het deel van de stad dat tot voor kort vijandig en gesloten was.

Ik was één van die jubelende hardlopers, en al hardlopend tussen de dikke rijen toeschouwers die ons ritmisch aanjoegen met koebellen, gongs en oom-pah-pah brassbands, besefte ik dat hardlopers de wereld een nieuw en waardevol sociaal verschijnsel hebben gegeven: de grote stadsmarathons werden een moderne manier van massaal feestvoeren.

Soms vormt het een eigentijds podium om veerkracht, opstandigheid of overlevingsdrang te tonen. Dat was het geval in 2001, tijdens de marathons van New York City, Philadelphia en Marine Corps in de weken na de aanslagen van 9/11. En zeker ook in Boston, 2014, toen een Amerikaan genaamd Meb Keflezighi ‘the race of redemption’ won in het jaar na de bomaanslag aan de finish. Op Meb’s startnummer stond ‘Boston Strong’ geschreven.

Berlijn 1990 was de eerste marathon die zo’n podium vormde. Het symboliseerde het einde van een tijdperk van angst. Het bezegelde de hereniging van een verdeelde natie en een groot continent, en bood volop ruimte aan de vreugde die alle hardlopers voelden om vrij rond te rennen, zonder muren of andere beperkingen.'

Dit artikel komt oorspronkelijk van Runnersworld.com

Tekst: Roger Robinson

Vertaling: Rob Veer

Uit: When Running Made History door Roger Robinson, Syracuse University Press, 2018. Verkrijgbaar bij boekwinkels of Amazon)