Zoals bij ieder toernooi interviewden de Nederlandse media na afloop Ad Roskam, technisch directeur van de Atletiekunie, over de resultaten van de Europese Kampioenschappen van Berlijn 2018.

Roskam was naar zijn zeggen ‘redelijk tevreden’. Voorafgaand aan de kampioenschappen verwachtte hij zeven medailles, het werden er acht, waarvan één gouden voor Sifan Hassan op de 5000 meter, drie zilveren (de 4x100m estafette vrouwen, Dafne Schippers op de 200 meter en Susan Krumins op de 10.000 meter) en vier bronzen (4x100m mannen, Lisanne de Witte, Schippers op de 100 meter en Samuel op de 200 meter). Plus twee Nederlandse records op de 400 meter voor De Witte en van de estafettemannen 4x100 meter. Een evenaring van het recordaantal medailles van de EK van 1952. Tegelijkertijd waren van de zeven medailles van de editie van 2016 in Amsterdam er maar liefst vier goudgekleurd.

Dafne Schippers veroverde in Berlijn drie medailles. Dat was haar niet eerder gelukt op een groot kampioenschap.´Zo maak ik er toch een heel mooi toernooi van,´ concludeerde ze na afloop. Schippers krijgt het steeds voor elkaar te pieken op het juiste moment, ook al loopt ze niet zo snel als in 2015 en 2016. De Britse Asher-Smith verkeert in bloedvorm en is momenteel een maatje te groot. Omdat voor de 26-jarige Utrechtse alleen het allerhoogste telt, zal ze er alles aan doen er in 2019 weer te staan. De Nederlandse media blijft de wereldster vanzelfsprekend op de voet volgen. Sifan Hassan maakte eind 2016 de keuze te verhuizen van Papendal naar Portland. Inmiddels l­ijkt ze daar haar draai gevonden te hebben. Dit belooft nog veel meer goeds voor de toeko­mst. Susan Krumins stal de harten van iedereen door haar vastberadenheid in haar race over 10.000 meter. Jamile Samuel en Lisanne de Witte lieten zien te gedijen onder de vleugels van hun - relatief - nieuwe coaches Bart Bennema en Sven Ootjers.

Al met al kan geconcludeerd worden dat Nederland met acht medailles een goed toernooi gedraaid heeft, vooral met dank aan de Nederlandse vrouwen. Van de medaillekandidaten hebben alleen Nadine Visser (vierde op de 100 meter horden) en Anouk Vetter (vijfde op de zevenkamp) net naast eremetaal gegrepen. Er waren ook nog volop top 8 noteringen: een zevende plaats voor Pieter Braun (tienkamp) en achtste plaatsen voor Solomon Bockarie (200m), Douwe Amels (hoogspringen), Madiea Ghafoor (400 meter) en Maureen Koster (5000 meter). Liemarvin Bonevacia (400 meter) en Melissa Boekelman (kogelstoten) plaatsten zich onverwacht niet voor de finale. Voeg daarbij de vrijwel onmogelijkheid van het uitzenden van een vrouwen 4x400 estafetteteam, vanwege een ridicule programmering door de organisatie, en het door ziekte en blessures geteisterde 4x400 meter mannen estafetteteam, en dan staat een aantal disciplines als een huis. Opvallend daarbij is dat momenteel de sprint de basis vormt voor de Oranje successen. Maar liefst zes van de acht medailles van dit EK zijn behaald via sprintdisciplines. Eendracht maakt macht en teamwork loont. Dit lonkt in potentie ook voor de 4x400m teams.

Successen op de midden- en lange afstand komen vrijwel alleen van Sifan Hassan en Susan Krumins. Andere vakgroepen zoals het springen en werpen komen nauwelijks uit de verf. Zorgelijk is het grote verschil met de rest van het team. Maar liefst 46 atleten werden er geselecteerd, waarvan er in de laatste weken nog twee van afvielen. De constructie om via een Nederlandse kampioenschapstitel via een B-limiet aan de start te komen pakte nog niet goed uit. Alle vijf atleten eindigden in de achterhoede. Beter is het wellicht dit systeem te wijzigen in een lichtere limiet voor jonge atleten van onder 23 of 20 jaar. Opvallend was deze EK-editie ook dat een zevental atleten half of helemaal geblesseerd aan de start verscheen, terwijl in de kwalificatie-eisen toch de duidelijke eis van wedstrijdfitheid wordt vermeld. Roskam gaf aan - zoals na ieder seizoen - alle bevindingen grondig en kritisch te gaan evalueren. In 2020 worden de EK Atletiek - in een Olympisch jaar - in Parijs gehouden, en staat het geprogrammeerd ná Tokio.

Tekst Eric Roeske Foto Erik van Leeuwen