Wat vaak het iliotibiaal frictiesyndroom (ITBS) wordt genoemd, kun je ook kortweg afdoen met: de lopersknie. Met rekken kun je de blessure voorkomen of verhelpen.

Deze blessure is typisch voor (beginnende) lopers, omdat een peesplaat aan de zijkant van je bovenbeen, ineens heel vaak en regelmatig langs de bovenkant van je knie schuurt en gaat irriteren. Dat is die peesplaat, de tractus iliotibialis, niet gewend.

Daarbij is het verder zo dat peesplaten slecht doorbloed zijn en ook niet echt flexibel. Twee goede anatomische redenen om dwars te liggen als er een stevig beroep op wordt gedaan. En dat gebeurt natuurlijk bij het lopen, en vooral als je op een schuine weghelft loopt of je training behoorlijk opvoert.

De peesplaat speelt ook op omdat die wat verkort is en daarom helpt rekken bij deze blessure echt. Wat echter niet geldt als de blessure in een chronische fase is beland, waarbij je er te lang mee hebt doorgelopen en de plek fiks ontstoken is. Dan is rust en therapie aan de orde.

Rek de peesplaat, die loopt van je knie tot je heupen, regelmatig op de volgende manier:

  • Ga met je de rechterkant van je lichaam links van een stoel staan.
  • Kruis je rechterbeen voor je linkerbeen langs.
  • Pak met je rechterhand een stoel vast (voor steun).
  • Buig de linkerheup iets naar buiten tot je daar spanning voelt.
  • Vergroot de rek door de linkerarm omhoog uit te strekken en die iets naar rechts te buigen.
  • Om de rechter tractus iliotibialis te rekken (rechts van de stoel), kruis je het linkerbeen voor het rechter langs.
  • Je kunt ook altijd nog proberen een brugleuning omver te trekken.