Lopen als antidepressivum?

Afgaande op de hoeveelheid mensen die antidepressiva slikken, kampen meer dan een miljoen Nederlanders met depressieve klachten. Kan hardlopen of runningtherapie bij een depressie of burn-out verlichting bieden? Drie ervaringsdeskundigen en een runningtherapeut delen hun verhalen.

In het maartnummer van Runner’s World (te koop in onze webshop; gratis verzending) komen Eleanor Crick, Linda Haarsma en Stefan Wendel uitgebreid aan het woord over hun gevecht met depressiviteit en de betekenis van hardlopen daarbij. Bovendien licht pionier en runningtherapeut Simon van Woerkom zijn methode toe.

Onze vragen aan Van Woerkom:

-Maakt u als fysiotherapeut onderscheid in pijnklachten?
-Waar wordt geestelijke nood door veroorzaakt?
-Is daar een wetenschappelijke verklaring voor?
-Werkt runningtherapie net zo goed als medicatie?
-Ebt het effect van runningtherapie na verloop van tijd niet weg?
-Moet je goed kunnen hardlopen om runningtherapie te volgen?
-Hoe controleer je de voortgang?
-Voer je tijdens het hardlopen therapeutische gesprekken?

  • De Utrechtse Eleanor Crick (24) kampt sinds haar jeugd met depressieve gevoelens. Het hardlopen bracht haar leven in een opwaartse spiraal.‘Ik heb een zelfmoordpoging ondernomen waarna ik de pijn en de wanhoop bij mijn familie en vrienden zag. Op dat moment realiseerde ik me dat ik mijn leven 180 graden moest omdraaien. Ik stopte met drinken, begon weer met hardlopen, schreef me in voor de halve marathon van Utrecht van maart 2016 en begon mijn blog. Hardlopen geeft me de structuur die ik zo hard nodig heb.’
  • Linda Haarsma (45) uit Malden zit thuis met een burn-out, maar dankzij runningtherapie is ze op de weg terug. Omdat ze geen hardloopervaring had, is ze begonnen op de loopband met minutenloopjes. De positieve effecten voelde ze direct.‘Onlangs zijn we voor het eerst buiten wezen lopen. Dat was een heerlijk, bevrijdend gevoel. Na afloop van de runningtherapie kan ik de geluksensatie steeds langer vasthouden.’
  • Stefan Wendel (36) uit Roden kreeg een depressie nadat hij op een dramatische manier zijn vader had verloren. Zijn psycholoog adviseerde hem te gaan hardlopen.‘Zo bracht ik mezelf weer in beweging, mijn lichaam en mijn geest. Ik koos ervoor om alleen te lopen, in de vrije natuur. Het is de enige sport die ik fijn vind, omdat ik dan alles in de hand heb. Ik knapte er enorm van op, voelde me fitter en ging dingen anders zien en voelen.’

ELEANOR CRICK

De Utrechtse Eleanor Crick (24) kampt sinds haar jeugd met depressieve gevoelens. Het hardlopen bracht haar leven in een opwaartse spiraal.

‘Mijn jeugd en pubertijd waren niet eenvoudig. Ik heb een broer die speciale aandacht van mijn ouders nodig had en was daarbij, voor mezelf, altijd heel streng. Ik was extreem perfectionistisch en onzeker. Ik moest van mezelf hoge cijfers halen op het VWO, terwijl ik ook altijd het gevoel had dat ik er niet bij hoorde. Vlak voor mijn 18de verjaardag overleed mijn moeder bij een auto-­ongeluk. Vanwege haar plotselinge overlijden, kon ik geen afscheid van haar nemen en deze onverwerkte rouw triggerde de depressieve gevoelens die ik sinds mijn jeugd had. Ik werd een negatief en zelfdestructief persoon.

Tijdens mijn studententijd in Utrecht trok ik me steeds verder terug in mijn eigen wereld en was eigenlijk gewoon suïcidaal. Na aandringen van een vriendin bezocht ik een psycholoog, die een zware depressie bij me constateerde en therapie voorschreef. Die gesprekken maakten veel los; allemaal gevoelens die ik daarvoor had binnengehouden en waar ik nu nog geen omgang mee wist. Ik werd doorverwezen naar een psychiater en kreeg antidepressiva voorgeschreven, maar daarmee kon ik volgens de huisarts na negen maanden alweer stoppen. Ik ging daar in mee, maar heb toen de omvang van mijn depressie onderschat; ik begon langzaamaan weer minder goed in mijn vel te zitten.

Te veel hooi
Omdat ik dat niet goed kon plaatsen en dacht dat ik gewoon wat meer beweging nodig had, ging ik hardlopen; een laagdrempelige en goedkope sport die ik ook samen met mijn vriendinnen kon uitoefenen. Samen met een vriendin ging ik trainen voor de 10 kilometer van de Utrechtse Meidenloop en toen ik die uitliep, was dat een heel emotioneel moment voor me. Ik denk dat ik toen voor het eerst – onbewust – ervoer hoe hardlopen bij een depressie kan helpen. Hoe het zelfvertrouwen kan geven. Helaas voorkwam het niet dat ik weer in een zware depressie belandde; ik had weer eens te veel hooi op mijn vork genomen, leefde naar de verwachtingen van anderen, stelde geen grenzen en toen ging mijn relatie ook nog uit.

Ondertussen voedde ik mijn zelf­destructieve en suïcidale neigingen met drank en drugs. Ik belandde via de crisisopvang op een psychiatrische afdeling. Gelukkig volgde er een omslagpunt. Ik heb een zelfmoordpoging ondernomen waarna ik de pijn en de wanhoop bij mijn familie en vrienden zag.

Op dat moment realiseerde ik me dat ik mijn leven 180 graden moest omdraaien. Ik stopte met drinken, begon weer met hardlopen, schreef me in voor de halve marathon van Utrecht van maart 2016 en begon mijn blog. Hardlopen geeft me de structuur die ik zo hard nodig heb. Het ordent mijn gedachten. Met behulp van hardloopdoelen hoop ik ook mijn medicatie te kunnen afbouwen. Ik train nu voor de marathon van Eindhoven en hoop maar dat ik niet geblesseerd raak, want niet kunnen hardlopen, zou deze training dwarsbomen – en deze opwaartse spiraal waar ik nu in zit doorbreken. Maar voor mij staat vast: dankzij het hardlopen ben ik tot veel meer in staat dan ik ooit had gedacht. Ik durf zelfs te zeggen dat hardlopen mijn leven heeft gered.’

Eleanor Crick vertelt op haar blog loopdepressievrij.com over haar depressie

LINDA HAARSMA

Linda Haarsma (45) uit Malden zit thuis met een burn-out, maar dankzij runningtherapie is ze op de weg terug. Omdat ze geen hardloopervaring had, is ze begonnen op de loopband met minutenloopjes. De positieve effecten voelde ze direct.

‘Op mijn werk vond een reorganisatie plaats. Dat kwam er in praktijk op neer dat er andere werkprocedures en andere roosters werden geïntroduceerd, wat voor mij en veel collega’s een behoorlijke dosis stress opleverde. Niet alleen liep de werkdruk hoog op, we werden ook geconfronteerd met gefrustreerde reacties van cliënten, die soms heel agressief en respectloos waren. Ik ben hypermobiel, mijn banden en pezen zijn te soepel waardoor mijn gewrichten niet genoeg steun krijgen. Naarmate mijn geestelijke klachten toenamen, werden mijn lichamelijke klachten ook erger.

Intussen werkte ik gewoon door, vanuit een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Het eind van het liedje was dat ik me moest ziekmelden met een burn-out. Ik heb er veel moeite mee gehad om dat te accepteren. Medio december zat ook nog eens mijn hele rug vast, ik kon geen kant meer op. De huisarts schreef me pijnstillers voor en adviseerde me tevens om runningtherapie te gaan volgen. Dat verbaasde me zeer, want vanwege mijn rugklachten hadden medisch specialisten me altijd afgeraden om te gaan hardlopen. Ik volgde het advies op en maakte een afspraak met een runningtherapeut.

Big smile
Na het intakegesprek zei deze dat hij er vertrouwen in had dat het goed zou komen en dat we de therapie heel rustig zouden gaan opbouwen. We begonnen met drie keer een minuut joggen op een loopband. Eenmaal thuis betrapte ik mezelf erop dat ik twee uur lang rondliep met een big smile op mijn gezicht. Het was me gelukt, mijn zelfvertrouwen groeide, ik voelde me blij en trots – iets wat ik verleerd was. Bovendien beschikte ik over aanzienlijk meer energie.

Onlangs zijn we voor het eerst buiten wezen lopen. Dat was een heerlijk, bevrijdend gevoel. Na afloop van de runningtherapie kan ik de geluksensatie steeds langer vasthouden en het aantal pijnplekken in mijn lijf neemt af. Al besef ik goed dat ik er nog niet ben, de neerwaartse spiraal is doorbroken en ik heb meer zelfvertrouwen.’

STEFAN WENDEL

Stefan Wendel (36) uit Roden kreeg een depressie nadat hij op een dramatische manier zijn vader had verloren. Zijn psycholoog adviseerde hem te gaan hardlopen.

‘Aanvankelijk hadden we niet door dat mijn vader kampte met een zware depressie. Mijn moeder en mijn zus maakten zich zorgen. Mijn vader was nooit een prater geweest, en vertrouwen in hulpverleners had hij ook al niet. Pas toen hij erg hard achteruit ging, drong het tot ons door dat er meer aan de hand moest zijn. Uiteindelijk heeft mijn vader er op 57-jarige leeftijd voor gekozen om uit het leven te stappen, dat was de enige uitweg die hij zag.

Er volgde een zware tijd. Ik was er vooral voor mijn zus en mijn moeder, mezelf cijferde ik volledig weg. En dan waren mijn gezin en mijn werk er ook nog. Ik bleef zitten met een berg onbeantwoorde vragen en was oververmoeid. Uiteindelijk resulteerde dat in een lichte depressie met burn-out-verschijnselen. Het is overigens niet zo dat ik bang was om op mijn vader te lijken, want suïcidale neigingen heb ik niet.

Een psycholoog legde me uit dat ik nooit was toegekomen aan rouwverwerking. Zowel hij als de huisarts adviseerde me om te gaan hardlopen. Om meer grip te krijgen op mijn situatie las ik boeken over depressies en medicatie. Ik paste ervoor om mijn vader achterna te gaan, dus ik volgde het advies om te gaan hardlopen snel op. Dat was ook omdat ik had begrepen dat runningtherapie snel resultaat oplevert.

Oude structuren
Zo bracht ik mezelf weer in beweging, mijn lichaam en mijn geest. Ik koos ervoor om alleen te lopen, in de vrije natuur. Het is de enige sport die ik fijn vind, omdat ik dan alles in de hand heb. Ik knapte er enorm van op, voelde me fitter en ging dingen anders zien en voelen. Omdat ik getriggerd was om oude structuren te doorbreken, heb ik meteen een nieuwe baan gezocht.

Ik kwam erachter dat ik niet de enige ben die in de knoop zat. Dat bracht me op het idee om de Koplopers op te richten; een loopgroep die bestaat uit mensen die lijden aan sombere stemmingen of naasten hebben die kampen met depressies. Binnen de kortste keren had ik vijftien deelnemers bij elkaar, en dat waren lang niet allemaal ervaren hardlopers. De Koplopers verschenen als team aan de start van de Berenloop op Terschelling, en passant haalden we 13.000 euro op voor MIND, een steunfonds voor de psychische gezondheid. Ik had de stap gemaakt van patiënt naar coach.’

DE RUNNING THERAPEUT

Hoe werkt runningtherapie en in welke gevallen kan het uitkomst bieden? Fysio-en runningtherapeut Simon van Woerkom (47) legt uit.

MAAKT U ALS FYSIOTHERAPEUT ONDERSCHEID IN PIJNKLACHTEN?
‘Huisartsen verwijzen regelmatig patiënten naar mij door die klagen over pijn. In de meeste gevallen kan ik die effectief behandelen, maar er is ook een categorie patiënten die pijn heeft zonder dat daar een aanwijsbare, anatomische oorzaak voor is. Al twintig jaar geleden kwam ik tot de ontdekking dat aan zogenaamde “vage” klachten meestal een psychische component ten grondslag ligt. Anders gezegd: een patiënt kan lichamelijke pijn ervaren omdat het tussen de oren niet goed zit.’

WAAR WORDT GEESTELIJKE NOOD DOOR VEROORZAAKT?
‘In de meeste situaties is dat het gevolg van een disbalans tussen hard werken en broodnodige rust. Zo is een burn-out goed te vergelijken met de staat van overtraining die een atleet kan ervaren. Het komt er in beide situaties op neer dat er geen sprake is van een goede arbeid/rust-verhouding. Voor deze groep beveel ik runningtherapie aan. Het is mijn ervaring dat dit een aanzienlijke klachtenreductie kan opleveren.’

IS DAAR EEN WETENSCHAPPELIJKE VERKLARING VOOR?
‘Runningtherapeut en psychologe Juriena de Vries heeft recent onderzoek gedaan naar de effecten van hardlopen bij vermoeidheidsklachten en burn-out. Ze kwam tot de conclusie dat er meerdere verklaringsmechanismen zijn aan te wijzen. Waarschijnlijk is het een combinatie van psychologische en neurobiologische factoren die maakt dat runningtherapie werkt.’

WERKT RUNNINGTHERAPIE NET ZO GOED ALS MEDICATIE?
‘Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken die inderdaad uitwijzen dat runningtherapie net zo goed kan helpen als pillen – maar die hebben een bijsluiter waarop vervelende bijwerkingen staan vermeld, en dat is met hardlopen natuurlijk niet het geval. Daar komt bij dat hardlopen zorgt voor een stuk sociale waardering, en dat kan je van pillen niet zeggen.’

EBT HET EFFECT VAN RUNNINGTHERAPIE NA VERLOOP VAN TIJD NIET WEG?
‘De meeste mensen willen niet meer met hardlopen stoppen als ze eenmaal zijn begonnen, bij deze groep is het langetermijneffect geborgd. Van medicatie weten we inmiddels dat mensen daar op een gegeven moment ook weer van af willen. Pas als het effect van runningtherapie onvoldoende is gebleken, komt medicatie weer in beeld, wat mij betreft.’

MOET JE GOED KUNNEN HARDLOPEN OM RUNNINGTHERAPIE TE VOLGEN?
‘Nee hoor, dat is een vooroordeel. Runningtherapie is niet meer of minder dan langer dan dertig minuten leren hardlopen, met klachtenreductie als doel. De patiënt moet simpelweg ontdekken dat hij meer kan dan gedacht. Veel psychische klachten komen voort uit een gebrek aan zelfvertrouwen, of eerdergenoemde disbalans tussen in- en ontspanning. Van televisiekijken ontspant je brein je niet, van sporten wel. Ik ken niemand die tegelijkertijd kan hardlopen en piekeren. Dit verklaart voor een belangrijk deel waarom runningtherapie zo succesvol is. Veel psychisch leed komt voort uit het feit dat een patiënt simpelweg oververmoeid is en geen uitwegen meer ziet. Huisartsen zien er meestal geen heil in om zo iemand te laten hardlopen, “want de patiënt ís al zo moe.” Het tegenovergestelde is waar; jezelf uit het moeras trekken begint bij meer lichaamsbeweging.’

HOE CONTROLEER JE DE VOORTGANG?
‘Met elke nieuwe patiënt doe ik eerst een intakegesprek. Vervolgens ga ik over tot het formuleren van doelen die de runningtherapie moet opleveren, zoals stemmingsverbetering of beter omgaan met angst- en paniekaanvallen. Door middel van vragenlijsten evalueer ik systematisch of de stemming daadwerkelijk is verbeterd.’

VOER JE TIJDENS HET HARDLOPEN THERAPEUTISCHE GESPREKKEN? ‘Nee, want ik ben geen psycholoog. De hardloopbeweging doet in principe zelf het werk. Wel kan ik bijvoorbeeld het looptempo opvoeren, om bij de patiënt een crisissituatie te simuleren. Vervolgens leg ik uit dat hij of zij zelf kan beslissen om gas terug te nemen. Dat is een vorm van controle die in het echte leven ook bestaat. Dat er een scheiding zou bestaan tussen lichaam en geest, is ooit ontsproten aan het brein van René Descartes. Sindsdien is onze samenleving alleen maar cerebraler geworden en schiet ons lichamelijk welzijn erbij in. Maar voldoende lichaamsbeweging hoort gewoon onderdeel te zijn van ons bestaan. Als dat lukt, komen we misschien nog eens af van die miljoen antidepressiva-slikkers.’

Simon van Woerkom heeft een fysiotherapiepraktijk in Malden. Daarnaast organiseert hij een opleiding tot runningtherapeut.