Start jij binnenkort met de voorbereiding op een wedstrijd? Er zijn vier onderdelen die in ieder trainingsschema terugkomen. Voor welke afstand je ook traint.

Rust
Een rustdag is een dag waarop je niet loopt. Punt. Geef je spieren echt de tijd om te herstellen, zodat ze weer helemaal fris zijn voor de volgende training. Je kunt beter twee dagen heel goed trainen en twee dagen rust nemen, dan vier middelmatige dagen afwerken met een sluimerende vermoeidheid. Rustdagen zorgen bovendien voor een mentale pauze, zodat je ook geestelijk weer fris terugkomt.

Rustige duurlopen
Deze trainingen gaan soepel en gemakkelijk. Je moet met het grootste gemak een gesprek kunnen voeren. Je voelt misschien dat je veel sneller kunt, maar het is essentieel om dat juist niet te doen. Dat is vaak erg lastig, maar echt: bewaar je energie voor de zwaardere trainingen.

Lange duurlopen
Rustige lange duurlopen zijn bedoeld om je uithoudingsvermogen te vergroten. Omdat ze zo veel tijd in beslag nemen, worden ze vaak in het weekeinde gepland. Je kunt ze ook gebruiken als generale repetitie voor de wedstrijd, door bijvoorbeeld het drinken onderweg goed onder de knie te krijgen. Of om je nieuwe schoenen te proberen. Of gewoon, om doorzettingsvermogen op te doen.

Snelheid
Tijdens deze trainingen loop je snel over afstanden die een stuk korter zijn dan je wedstrijdafstand. Soms even snel als je wedstrijdtempo, soms zelf sneller. Zo verbeter je de kracht van je hart-longsysteem, de efficiëntie van je bewegingen en je mentale gehardheid voor de fasen waarin het moeilijk wordt.