Erken de kracht van rust, makkelijk toch?

Te veel en te hard trainen zijn de grote boosdoeners. Iedereen weet: als je een pittige training doet, heeft je lichaam tijd nodig om te herstellen. De aanpassingen die tijdens het herstel in je lichaam plaatsvinden, maken je sterker en sneller.

Dit zijn de theoretische wetten van de biologie. De praktijk is echter weerbarstiger. Velen trainen hard, maar gunnen zichzelf niet de tijd om van die inspanning te herstellen. De belasting van een stevige training is stressvol en vergelijkbaar met de stress van werk of een huilende baby die je ’s nachts uit de slaap houdt. Wil je gezond en fit blijven, dan moet je tijd nemen om deze belasting te verwerken.

Valkuil
Een van de valkuilen is het meetrainen met een groep snellere lopers. ‘Dat is goed voor mijn snelheid’ is dan de gedachte, maar als je dit niet afwisselt met trainen in een groep die langzamer is, dan gaat het op den duur mis.

Snelle trainingen geven je misschien een fantastisch gevoel en alles lijkt perfect te gaan, maar je komt tegelijkertijd steeds dichter bij een serieus blessurerisico. Je hart en longen doen het prima, maar je traint wel harder dan je banden en pezen aankunnen. De tijdbom begint dan te tikken.

Verleiden
Juist het gevoel van onoverwinnelijkheid kan je verleiden om alle schema’s en adviezen te negeren, waardoor je vijftien kilometer loopt in plaats van de geplande tien. Of je doet een duurloop in twaalf kilometer per uur, terwijl een tempo van elf werd geadviseerd. Of je gaat toch trainen op een rustdag, want het weer is zo lekker.

De oplossing: blijf trouw aan je plan en weersta de verleidingen van opportunistisch trainen.

Tekst: Richard Lovett
Beeld: Erik van Leeuwen