Deze 5 fouten maak je als hardloper liever niet

Er zijn heel wat dingen die aan de basis kunnen liggen van een slecht of vermoeid gevoel. Om een oplossing te vinden, moet je eerst de oorzaak vinden. Hier zijn vijf veelgemaakte fouten en hoe je ze kunt tegengaan.

1. Je loopt teveel kilometers

De algemene regel luidt dat je je kilometeraantal niet met meer dan tien procent per week mag verhogen, maar dat ‘algemene’ geldt niet voor iedereen. Er zijn meerdere factoren die je vermoeidheidsniveau bepalen (zie verder). Pijntjes en kwaaltjes komen pas na enkele weken boven water, waardoor je niet meteen voelt dat je te veel traint.

De oplossing: Verlaag twee à drie weken je kilometeraantal. Meestal is dat genoeg voor je lichaam om te herstellen zodat je weer zonder problemen verder kunt trainen.

2. Je trainingen zijn te intensief

Als je normale duurloop zwaar aanvoelt, kun je het beter wat rustiger aan doen. Je denkt misschien dat je rustig loopt, maar voor je lichaam voelt het aan als een zware training. Je gevoel wordt bepaald door verschillende factoren (nachtrust, stress, voeding, weer), wees dus niet bang om je tempo wat te verlagen. Let ook op met veel intensieve workouts, zoals snelheids-, heuvel- of tempotrainingen. Te veel intensief trainen maakt je snel oververmoeid. Zorg eerst voor een goede basis door veel trage duurlopen te doen en bouw dan je ‘piramide’ verder op met enkele tempo- en intervaltrainingen.

De oplossing: Investeer in trage, rustige duurtrainingen. Je bouwt immers geen huis zonder goede funderingen. Je kunt intervaltrainingen zien als kruiden waarmee je je eten net dat tikkeltje beter maakt. Te veel kruiden verpesten je recept, net zoals te veel intervaltrainingen je conditie kunnen verpesten.

Opzoek naar een hardloopschema? Bekijk onze schema's hier.

3. Je hanteert geen andere aanpak bij een andere ondergrond

Maak je net de overstap van de loopband in de sportschool naar de straat? Schrik dan niet, buiten hardlopen is een heel andere ervaring. Zo kan de 10 kilometer per uur die je in de sportschool makkelijk een half uurtje volhield, op straat zwaarder aanvoelen. Daarnaast moet je lichaam ook hardere klappen opvangen, wanneer je op straat loopt. En dan is er ook nog het weer dat roet in het eten kan gooien.

De oplossing: Hoe meer je op een loopband loopt, hoe meer tijd je lichaam nodig zal hebben om zich aan te passen. Als je altijd op een loopband traint, begin dan met een keer per week op straat te lopen. Laat je leiden door je gevoel en leg jezelf geen hoog tempo op.

4. Je houdt geen rekening met het weer

Het weer kan een grote invloed hebben op je prestaties. Van tegenwind, heel erg koud weer of hevige regenbuien ga je trager lopen. Maar ook bij erg warm weer of plotselinge temperatuurverschillen heeft je lichaam het moeilijk.

De oplossing: Loop met de flow. Laat je gevoel, mede op basis van het weer, bepalen wat een hard, normaal en rustig tempo is. Wanneer je met je gevoel loopt en niet met je hoofd, zal je altijd een goede prestatie neerzetten.

5. Je gunt jezelf niet genoeg herstel

Spierpijn en vermoeidheid worden bepaald door je trainingen en door het herstel ertussen. Hoe goed je herstelt, hangt niet alleen af van hoeveel je rust, maar ook van je voeding, stress, conditie en veranderingen (nieuwe houding, schoenen,…). Een stressvolle dag en een zware training laten de kaars aan beide einde branden, waardoor je energieniveau snel zakt. Geef je je lichaam niet genoeg kans om te herstellen, dan ligt een blessure of oververmoeidheid op de loer.

De oplossing: Durf eens een rustdag meer te nemen. Een zware werkweek vereist soms meer energie dan je zou denken. Door even niet te sporten, geef je je lichaam de kans om je reserves weer aan te vullen en sterker te worden. Ga op zoek naar de juiste balans tussen training en herstel. Je kunt ook je trainingsintensiteit aanpassen: loop enkele kilometers minder of verlaag je tempo op zware dagen. Tot slot mag je ook niet vergeten om genoeg te eten, drinken en slapen.