Iedere loper die niet geregeld aan krachttraining doet, wordt aangeraden op z'n minst twee keer per week tien tot twintig minuten romptraining te doen.

Een goede rompstabiliteit vormt een uitstekende basis voor het werk dat je voeten moeten verrichten, en verbetert je loopprestaties.

Tussenwervelschijven

Bij elke landing absorbeert ons lichaam drie tot vier keer zijn gewicht. Dat hakt er in: wie op schoenen met demping loopt, en dus op zijn hielen landt, is na een marathon tijdelijk een paar centimeter korter.

De tussenwervelschijven, die elastische stootkussentjes tussen de ruggenwervels, worden bij elke landing krachtig samengedrukt, met als gevolg dat er vocht uit ze wordt geperst en we krimpen. Wanneer de tussenwervelschijven degenereren, kunnen zenuwbanen in de knel komen.

Als je op blote voeten of minimalistische schoenen loopt, land je meer op je voor- of middenvoet. Door het inveren van je voeten blijven de krachten op je wervelkolom zo iets beperkt; je kuiten en achillespezen krijgen het echter wel te verduren.

Rugspieren stabiliseren

Wat kun je doen als je niet op dat schoeisel loopt en toch het risico op rugpijn zo klein mogelijk wilt houden?

Romptraining, antwoordt de Duitse orthopeed en sportarts Christian Gäbler. ‘Wie uitsluitend hardloopt, spreekt slechts een beperkt aantal spiergroepen aan. Met name de buik- en rugspieren hebben tijdens het lopen niet veel te doen, waardoor ze ook niet sterker worden.’

‘We weten dat passieve structuren, zoals tussenwervelschijven, extreem afhankelijk zijn van een goed ontwikkeld rompspierstelsel. Krachtige rugspieren stabiliseren je rug, maar zorgen er ook voor dat je kraakbeenweefsel gezond blijft. Verder is uit onderzoek bekend dat een goede rompstabiliteit je loopprestaties verbetert.’

Gäbler adviseert iedere loper die niet geregeld aan krachttraining doet twee keer per week tien tot twintig minuten romptraining te doen; of zoals dat ook vaak wordt genoemd: corestability. Zwemmen is een uitstekende romptraining, maar met diverse variaties van ‘de plank’ kom je ook ver.