We vroegen enkele bekende trainers naar hun belangrijkste lessen voor de halve marathon en daar kwamen heel bruikbare tips uit.

Taperen

'De meest gemaakte fout naar een wedstrijd toe is dat atleten op de wedstrijddag onvoldoende uitgerust zijn,' stelt Addy Ruiter, verbonden aan Papendrechtse atletiekvereniging AV Passaat. 'En dat geldt ook voor de 21 kilometer. Ik schroef de weekomvang in de één na laatste week al met een kwart terug. De laatste week is nog maar de helft van een normale trainingsweek. Bart van Nunen, Nederlands kampioen op de halve marathon, vindt het prettig om een week voor de wedstrijd een 10 kilometer in zijn beoogde halve-marathontempo te lopen. Soms stellen we daarna de plannen voor de halve nog iets bij.'

Wedstrijd

Wilfred van Mill, trainer bij Eindhoven Atletiek, adviseert om de wedstrijd in een gelijkmatig tempo te lopen. 'Verdeel hem in vijven: vier stukken van 5 kilometer en een eindsprint. Vertrek je te hard, dan betaal je dat later dubbel terug. Begin je te langzaam, dan heb je aan het einde spijt omdat het harder had gekund.'

De trainer uit Waalre, die op zijn 21ste debuteerde op de marathon, wijst op de noodzaak om flexibel te blijven. 'Het is voor de meeste gedreven lopers o zo lastig om de plannen aan te passen. Dan hebben ze een bepaalde eindtijd in hun hoofd en ook al wordt het op de wedstrijddag onverwachts warm, ze blijven denken: "Ik heb getraind voor tijd x, dus dan ga ik er ook op weg." Dat zorgt voor een boel ellende.'

Eten en drinken onderweg

De toplopers van Ruiter hebben altijd een isotone gel bij zich. 'Verder pakken ze voornamelijk water aan. Dat volstaat voor lopers die iets langer dan een uur onderweg zijn.'

Extra tips

Ruiter: 'Lopers die richting de twee uur nodig hebben voor een halve, kunnen het beste van het begin af aan bij de drinkposten ruim de tijd nemen om goed te drinken.'

Van Mill: 'Eet in de weken voor de race op dezelfde tijdstippen als op de dag van de wedstrijd. Ga vervolgens trainen op het tijdstip van de race.'

Tekst: Rob Veer