Natuurlijk train je ook je longen tijdens het lopen. Maar lang voordat je de volledige capaciteit van je longen hebt benut, zijn het al andere lichaamsdelen die het eindsignaal laten klinken.

Longspieren

Je kunt gelukkig ook je longspieren trainen. Zoals je ook je kuiten of hamstrings los (geïsoleerd van het lopen zelf) kunt trainen. De methode is bovendien uiterst simpel: tegen een weerstand in ademen versterkt je longspieren en zorgt ervoor dat je een veel groter volume aan lucht en dus zuurstof binnenkrijgt. En laat dat nou net een belangrijke factor bij de energieproductie zijn.

Trainen

Wie de ademhalingsspieren traint, kan er zeker langer mee overweg (=onderweg), met minder inspanning en dus ook met minder energieverlies. Je traint in dit geval vooral je diafragma (middenrif). Deze spier verzorgt tachtig procent van alle spierkracht die bij je ademhaling wordt ingezet. Het diafragma is een vrij grote spier, zodat je behoorlijk wat energie kunt besparen op de (spier)arbeid die je ermee verricht.

Zonder specifieke ademhalingstraining tegen een weerstand in, kun je zelf onderweg ook letten op het rustig diep uitademen. Verder is het van belang dat je leert met je buik te ademen. Ga daarvoor op de grond liggen en leg je hand op je buik. Dan voel je vanzelf of je het goed doet.