In de voorbereiding op de marathon geldt: een goed begin is het halve werk. Maar een goed einde is ook wel fijn. En daar horen extra trainingen in de laatste weken niet bij.

Teveel willen doen

Heel wat lopers krijgen de plotse, irrationele neiging om in de laatste periode, dus vlak voor de marathon, teveel te willen doen. Ze gaan extra kilometers maken, lange duurlopen doen, snelheid trainen en nog meer van dat soort kwaliteitstrainingen.

Extra studeren, extra lopen

Hier is een oorzaak voor. Lopers zijn gewoonlijk geconcentreerd en doelgericht. In de laatste fase voor de marathon ontstaat vaak voor hardlopers een stressvolle situatie. Om wat vertrouwen te krijgen, vallen ze graag terug op methoden die eerder succesvol waren.

Je kunt het vergelijken met je studietijd. Op het laatste moment extreem veel studeren en dan haalde je het vak in de meeste gevallen wel. Daar werkt dat misschien wel, maar bij hardlopen niet. Extra trainingsarbeid werkt juist averechts. Je hebt een grote kans dat je uitgeput aan de start verschijnt.

Zelfverzekerd van start

Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat lopers die perfect afbouwen, en dus in de laatste drie weken steeds meer gas terugnemen, beter presteren dan degenen die tot vlak voor de start op hetzelfde niveau door trainen.

Om jezelf er toch van te overtuigen dat je goed hebt getraind, is een logboek bijhouden ook een goed idee. Noteer in die laatste fase elke training, hoe kort die ook was. Je versterkt op deze manier het gevoel dat je je nauwgezet aan je schema houdt.