De voordelen van wandelen.

Er was een tijd dat lopers die tijdens een wedstrijd gingen wandelen, als zwakkelingen werden afgeschilderd. Of er werd aangenomen dat ze een wedstrijd volstrekt verkeerd hadden ingedeeld.

Wanneer je je energie goed verdeeld, is wandelen niet nodig, zeker niet bij goed getrainde atleten. Voor de meeste lopers kunnen wandelpauzes in bijvoorbeeld een marathon echter heel nuttig zijn.

Langzaam uitgedroogd

Zo nemen heel veel lopers te weinig tijd om te drinken. Bij drinkposten blijven ze met een bekertje water in hun hand hard doorlopen. Ze morsen de helft en krijgen hooguit twee slokken binnen. Dat is te weinig. Als je het op die manier aanpakt, raak je langzaam uitgedroogd en zul je je haast nog berouwen.

Wandelpauzes

Gun jezelf meer tijd bij de drinkposten onderweg en wandel eventjes tijdens het drinken. Je verliest misschien een paar seconden, maar je krijgt er aan het eind misschien wel minuten voor terug.

Enkele wandelpauzes in de marathon en in training kunnen echt geen kwaad. Geneer je er dus niet voor. Er zijn zelfs lopers die elke drie tot vijf kilometer even wandelen en de marathon toch in minder dan vier uur afleggen.

Sneller met pauzes

In de marathon van Kassel werd bijgehouden hoe je met wandelen toch fatsoenlijk over de finish kunt komen. Voor toplopers geldt dat natuurlijk niet, maar wat blijkt? De recreatieve proefkonijnen waren zelfs sneller dan de gelijkwaardig geachte lopers die geen systematische wandelpauzes inlasten.

In Amerika is Jeff Galloway de grote pleitbezorger van dit fenomeen (Run Walk Run) en hij heeft het simpele schema al op heel veel lopers toegepast. Zijn tactiek: loop anderhalve kilometer hard en ga dan een minuut wandelen. Zo haal je probleemloos en relatief fris de finish.