Als je mocht kiezen tussen de klinkers in jouw woonwijk en met dikke lagen dennennaalden bedekte bospaden, is de keuze snel gemaakt. Bovendien is in de natuur lopen niet alleen ontzettend rustgevend, maar de zachte ondergrond heeft ook zo zijn voordelen. Dit is waarom.

Dit zijn de voordelen van een zachte ondergrond

Een onverharde ondergrond als trainingsmiddel is zo gek nog niet. Vooral de oneffenheid van de bodem geeft je extra voordeel. Je loopt er weliswaar minder snel, maar versterkt zo wel diverse spiergroepen. Niet alleen je kuitspieren krijgen het extra te verduren, maar ook de stabiliteitsspieren van je voeten, enkels, benen, heupen en romp worden volop aan het werk gezet. Klinkt goed, nietwaar? Maar let wel even op het volgende!

Aandachtspunten

Die extra effecten kosten je uiteraard wel wat meer energie en zelfs meer spierpijn. Keer voor specifieke snelheids- en techniektrainingen daarom liever terug naar een verharde ondergrond. Kies je voor een fijn bospad, loop dan niet de vereiste afstand uit je programma, maar let vooral op de gevraagde duur en intensiteit van de inspanning.

Ga je in het donker lopen? Let er dan wel op dat je kiest voor verlichte paden of dat je gebruik maakt van hardloopverlichting. Je wil tenslotte goed zichtbaar zijn en niet door alle oneffenheden op het pad door je enkel gaan.

De meeste lopers kiezen voor de rustige natuur, maar in de voorbereiding op een wegwedstrijd - laat staan een marathon op de weg - is het natuurlijk wel zaak te profiteren van (en te wennen aan) een verharde ondergrond.

Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?