Onderschat nooit de kracht van een goede wandeling – en niet alleen tussen het hardlopen door. Een échte wandeling (zonder hardlopen dus) stelt je lichaam in staat om kleine aanpassingen te maken die je voeten, knieën en heupen versterken. Lange, stevige wandelingen geven je uithoudingsvermogen bovendien een boost. En wandelen als alternatieve training geeft je lichaam een welverdiende pauze, die kleine hardloop pijntjes kan voorkomen.

Let op je houding

Loop zo rechtop mogelijk en neem kleine stappen, om overstrekken – dat kan leiden tot pijn aan benen, voeten en heupen – te voorkomen. Til je voeten niet te hoog op en probeer zo lichtvoetig mogelijk te lopen.

Lees ook: 4 redenen om meer te wandelen.

Wandelen op een hardloopdag

Als je met wandelen een looptraining vervangt, verdubbel dan het aantal minuten dat je zou hardlopen en houd dat getal als wandellengte aan. Als je dertig minuten zou gaan hardlopen, wandel je nu dus een uur. Je hoeft die hele tocht trouwens niet in één keer af te leggen natuurlijk. Je kan ’s ochtends een stuk gaan wandelen bijvoorbeeld, en dan ’s avonds weer een deel.

Wandelen op een alternatieve trainingsdag

Heb je een rustdag, dan is wandelen een efficiënte manier om je bloedsomloop te bevorderen en je herstel te bespoedigen. Het is ook een goede manier om de sleur te doorbreken en misschien wel om tijd door te brengen met familieleden of vrienden die (nog?) niet hardlopen.

Lees ook: 4x workouts die van je wandeling een heuse training maken.

Varieer de route

Net als met hardlopen zorgt een gevarieerde omgeving ervoor dat je sneller vooruitgang zal boeken. Pak eens een paar heuvels mee (of dezelfde heuvel een paar keer) of loop een hoge buitentrap op. Als het koud of glad is, zijn trappenhuizen ook een goed alternatief. Je benen zullen er sterker van worden. En ooit zullen ze je dankbaar zijn.

Lees ook: Wandelen vs. hardlopen: waarmee verbrand je meer calorieën?