Ben je een ochtend- of avondmens? En als loper? En wat zegt de wetenschap daarover?

Er is veel bewijs voorhanden dat je aan het begin van de avond het beste presteert. Dat tijdstip valt doorgaans samen met je hoogste dagelijkse lichaamstemperatuur. Toch is het niet precies duidelijk hoe je biologische klok je prestaties beïnvloedt.

In deze studie met twintig sporters die in de ochtend (6.30 - 9.30 uur) en in de avond (17.00 - 20.00 uur) aan de bak moesten, kwamen verrassende zaken naar voren. Ook nu presteerden ze ’s avonds beter, maar daarbij was hun loopeconomie (efficiënt zuurstofgebruik) juist minder goed. Ze verbruikten dus bij de tweede sessie, 's avonds op een andere dag, meer energie (zes procent). Er spelen dus andere factoren een rol die de betere prestaties moeten verklaren. Maar welke? Deze zaken werden ook gevonden:

> Hogere VO2max: 4% (beter uithoudingsvermogen).

> Hogere anaerobe capaciteit: 7% (dus beter presteren onder zuurstofschuld).

> Snellere aerobe energieproductie (daardoor minder zuurstofschuld).

> Hogere maximale hartslag: 4 slagen per minuut (hogere intensiteit mogelijk).

Waarom dit alles zo gebeurt, is de onderzoekers niet duidelijk. Misschien, zo vermoeden ze, zijn er wel meerdere biologische klokken actief. Zo heeft waarschijnlijk het samentrekken van je spieren enige invloed. Maar hoe? Het blijft dus de vraag wanneer je beter kunt trainen, in de ochtend of in de avond.

Daarom moeten we vasthouden aan een onderzoek uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, waaruit duidelijk naar voren kwam dat je beter presteert in een wedstrijd die ’s ochtends start, als je daarvoor ook vaak ’s ochtends hebt getraind.